Vijf vragen over het conflict tussen burgemeester Halsema en de ombudsman
In dit artikel:
Burgemeester Femke Halsema en stadsombudsman Munish Ramlal liggen al weken in een conflict over een onderzoek naar het gemeentelijke Bureau Integriteit. Ramlal begon in het voorjaar van 2024 uit eigen beweging met een onderzoek nadat hij ook in 2023 en eerder dit jaar meerdere anonieme klachten van ambtenaren had gekregen over gebrek aan vertrouwen in dat bureau. Bureau Integriteit behandelt meldingen over ongewenst gedrag, coördineert vertrouwenspersonen, doet persoonsgerichte integriteitsonderzoeken en maakt risicoanalyses.
In de zomer gaf Ramlal Halsema vooraf inzage in een conceptrapport. Halsema reageerde kritisch op het onderzoeksproces, waardoor het rapport vertraagd werd en de kwestie in de media belandde. Op 6 november publiceerde Ramlal een aangepaste versie. Daarin concludeert hij onder meer dat sommige melders weinig veiligheid ervaren, dat meldingen het bureau soms zien als verlengstuk van het management, en dat externe deskundigen mogelijk beter sociaal‑integriteitsmeldingen kunnen beoordelen.
Halsema betwist vooral de uitvoering van het onderzoek: ze noemt de probleemdefinitie onduidelijk, stelt dat hoor‑ en wederhoor niet consequent is toegepast en noemt onduidelijkheid over reikwijdte en methodiek. Ze wijst erop dat enkele melder(s) die Ramlal heeft gesproken zelf zouden zijn geschorst of ontslagen wegens corruptie of grensoverschrijdend gedrag, en vindt dat slachtoffers van dat gedrag niet zijn gehoord — wat volgens haar de onpartijdigheid van het onderzoek in twijfel kan trekken. Op 9 oktober schreef Halsema een brief aan het presidium van de gemeenteraad waarin zij en de gemeentesecretaris hun zorgen uitspraken over verdere samenwerking met de ombudsman en voorbeelden uit eerdere dossiers aanhaalden waarin Ramlal volgens haar onhandig handelde.
Formeel valt de ombudsman onder de raad. De gemeenteraad vond het lek naar de pers ongewenst en besloot de inhoudelijke discussie over het 70 pagina’s tellende rapport op 4 december te behandelen, zodat raadsleden meer tijd hadden om het document door te nemen. VVD‑fractievoorzitter Daan Wijnants stelde aanvankelijk voor een extern onderzoek naar de onderzoeksopzet te laten uitvoeren om te kunnen beoordelen of Halsema’s kritiek terecht is. Dat voorstel stuitte echter op fel verzet van Ramlal zelf en van collega‑ombudsmannen uit Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Zij waarschuwden in een gezamenlijke brief dat een extern onderzoek de onafhankelijke positie van de ombudsman zou kunnen beschadigen en een precedent zou scheppen waarbij de inhoud van klachten naar de achtergrond raakt.
Na overleg besloten de fractievoorzitters het externe onderzoek niet door te laten gaan. In plaats daarvan komen er twee besloten, technische sessies: één met Ramlal over zijn onderzoeksmethode en één met het team van de burgemeester over de bestuurlijke reactie. Deze sessies zijn niet openbaar; raadsleden mogen vooraf en tijdens de bijeenkomsten vragen indienen. Beide partijen — Halsema en Ramlal — zullen aanwezig zijn bij de commissievergadering op 4 december, wanneer het rapport inhoudelijk besproken wordt.
Belangrijke knelpunten blijven: de balans tussen onafhankelijke onderzoeksrol en bestuurlijke controle, de transparantie van het onderzoek, en het behoud van vertrouwen van melders in de meldstructuur binnen de gemeente. De gekozen route — gesloten technische sessies gevolgd door een openbare commissiebehandeling — probeert zowel zorgvuldigheid als bescherming van de ombudsfunctionaliteit te combineren, maar roept ook vragen op over openbaarheid en vertrouwen in de afhandeling van interne klachten.