De Collectie | De conciërge van het stadhuis

donderdag, 30 oktober 2025 (10:24) - Amsterdam.nl

In dit artikel:

Wouter Johannes van Troostwijk (1782–1810) schilderde het kleine Raampoortje bij de Bloemgracht als een zintuiglijk stadslandschap: een winterse doorgang in de stadswal die toegang gaf tot de buitenbleekvelden, met bevroren water, huizenrijen en in de verte de torenspits van de Westerkerk. Het doek vangt niet alleen een plek, maar ook de koude, de lichtval en de afstand tussen binnenstad en open veld; ruwe sneeuw, roodbruine dakpannen en kleine menselijke details (een oude vrouw bij het poortje, twee mannen met een paard, een man op de voorgrond) geven het tafereel leven.

Van Troostwijk werd op 28 mei 1782 in Amsterdam geboren in een welgestelde, wetenschappelijk georiënteerde familie; zijn vader Adriaan Paets van Troostwijk was handelaar en natuurkundige. Hij kreeg les van de behangselschilders Jurriaan en Anthonie Andriessen, trad in 1803 toe tot de Amsterdamse Stadstekenacademie en werkte binnen de tekenafdeling van Felix Meritis, waar hij prijzen won. Vanaf 1805 was hij conciërge van het stadhuis op de Dam — een functie die hem inkomen en ruimte (een atelier) bood, zodat hij kunst maakte uit passie en niet uit noodzaak. Hierdoor exposeerde hij weinig, om collega-kunstenaars niet in de concurrentie te duwen.

Als kunstenaar koos Van Troostwijk bewust voor alledaagse onderwerpen: landschappen, vee en intieme stadsgezichten. Zijn werk wordt geroemd om gevoelige observatie, subtiele lichtcontrasten en tastbare texturen. Hij stierf jong — volgens overlevering na langdurig buiten tekenen in de kou — op 20 september 1810, 28 jaar oud. Van zijn hand zijn slechts enkele schilderijen publiek te zien. Het oorspronkelijke Raampoortje zelf verdween in 1846 door stadsuitbreiding; Van Troostwijks schilderij blijft een zeldzaam visueel document van die verloren overgang tussen stad en veld.